|
EditRegion1EditRegion4
EditRegion3
|
AngolaAngola bevond zich al sinds haar onafhankelijkheid in 1975 in een staat van burgeroorlog. Begin jaren zeventig waren de MPLA en de FNLA veruit de grootste bevrijdingsbewegingen. Waren de andere Afrikaanse staten inmiddels onafhankelijk, de Portugese regering dacht er niet aan om haar koloniën in Afrika (Angola, Guinee-Bissau, Mozambique en Kaapverdië) op te geven. De "Anjerrevolutie" in Portugal bracht in 1974 echter een nieuwe regering aan de macht die wél een voorstander was van onafhankelijkheid van de koloniën. In januari 1975 kwamen de Portugese regering, de Unita, de MPLA en de FNLA bijeen in de Portugese stad Alvor. In november 1975 beloofde Portugal de soevereiniteit over te dragen aan de Angolezen. Tot die tijd moest er een overgangsregering worden gevormd waarin de drie verzetsbewegingen zitting in moesten nemen. Dit akkoord bleef een dode letter. De verzetsbewegingen begonnen elkaar aan te vallen en alle drie probeerden ze zo snel mogelijk de Angolese hoofdstad Luanda te bereiken.
Onafhankelijkheid Uiteindelijk bereikte de MPLA Luanda als eerste en op 11 november 1975 droegen de Portugezen de macht over aan de MPLA. MPLA-voorzitter dr. Agostinho Neto werd president en Lopo de Nascismento werd premier. De Unita, nu op grote schaal gesteund door Zuid-Afrika en de FNLA (gesteund door de VS), deden aanvallen op Luanda. Even leek het erop dat de hoofdstad zou vallen, maar dankzij haastig ingevlogen Cubaanse troepen, lukte het de MPLA de Unita en FNLA-strijdkrachten te verdrijven. De MPLA regering riep de Volksrepubliek Angola uit en het land werd een eenpartijstaat met de MPLA-Partij van de Arbeid als enige toegestane partij. De Unita en de FNLA vormden in 1975 een tegenregering (Democratische Volksrepubliek Angola), met Jonas Savimbi en Holden Roberto als presidenten. José Ndele (Unita) en Johnny Pinnock (FNLA) traden op als premiers. In 1976 verdween de FNLA van het toneel en werd de Unita de dominerende verzetsbeweging tegen de MPLA-regering.
Conflicten De Unita, gesteund door het apartheidsbewind in Zuid-Afrika, wist geen overwinning te behalen op de regering in Luanda. Dit verontrustte de Zuid-Afrikaanse regering. In mei 1978 viel Zuid-Afrika dan ook Angola binnen. Tegenoffensieven van het Angolese leger, gesteund door Cuba en de Sovjet-Unie, zorgden ervoor dat er in 1988 vrede werd gesloten tussen Zuid-Afrika en Angola (dankzij Amerikaanse bemiddeling). De strijd tussen de Unita en de MPLA ging echter onverminderd voort. De gevolgen voor de burgerbevolking waren verschrikkelijk: terreur, hongersnood, landmijnen en ziektes eisten hun tol. Pas in 2002 na de geweldadige dood van de leider van Unita, Jonas Savimbi, kwam er vrede in het land. Daar zag het in 1982 nog echt niet naar uit: de Schreiner vliegers werden hardhandig bekend met de gevolgen van dit wrede conflict.
De geschiedenis van Angola in de afgelopen 40 jaar is een aaneenschakeling van alle ellende die de mensheid over zichzelf weet uit te storten. Ook hier geldt het aloude dictum: de slachtoffers zijn de onschuldigen, de grote meerderheid van een burgerbevolking, die gevangen zit tussen de partijen in een schier oneindige burgeroorlog. Angola is het synoniem geworden voor al die landen ter wereld waar de bodem is vergiftigd met miljoenen landmijnen die nog dagelijks slachtoffers eisen. Voor een korte impressie van de werkzaamheden van het Internationale Rode Kruis ( ICRC ) in Angola kijk hier. Voor enkele foto's van de voedselvooziening door de lucht klik hier
|
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 5-07-2013